Voeding voor je hart en je vaten, deel II.
Wat gebeurt er als de voeding die je eet niet voldoende flexibele omega3 vetten levert?
Ok. Je hebt je tot nu toe niet ingeleefd in het diepere celvoelen van je lichaam. Je hebt geen of niet genoeg onverzadigde vetten gegeten en je cellen zitten niet zo lekker in hun vel. Wat er dan gebeurt is dat in je vaatwanden, met name je slagaders, hele kleine scheurtjes ontstaan omdat de boel telkens opgerekt wordt door het bloed maar niet zo elastisch meer is. Kleine scheurtjes vragen om reparatie.
Daar waar de cellen gebroken zijn sturen de omringende cellen een stofje het bloed in waarmee ze witte bloedcellen naar zich toe trekken. Dwars tegen de bloedstroom in halen komen deze leukocyten aanrollen en gaan op de plek des onheils opruimen, halen schadelijke stoffen weg, vangen eventuele bacteriën weg en helpen met repareren. Ook kunnen kleine ontstekingen ontstaan die met ontstekingsstofjes om reparatie roepen. Dit is een chronisch proces omdat er telkens weer scheurtjes bij komen. De oorzaak wordt niet aangepakt. We zien als gevolg hiervan dat in de vaatwanden kalk-afzettingen komen en/of dat er cholesterol achter de vaatwand opgehoopt wordt.
Aderverkalking
Kalkafzettingen maken de vaten broos. In feite verergert het de zaak waar het vermoedelijk in eerste instantie de bedoeling was om de boel te repareren. Zo kan ik me voorstellen dat het lichaam kalk kan gebruiken om kleine gaatjes tijdelijk dicht te plakken zodat er geen verdere schade ontstaat. Maar als de oorzaak niet wordt verholpen, namelijk dat de cellen zelf weer flexibel worden, dan blijft het lichaam dus nood-reparaties met kalk uitvoeren. Hoe het ook zij, atherosclerose (aderverkalking) is een feit. Het is niet goed, zorgt voor brosse en inflexibele vaten. Het duurt echter jaren voordat je zover bent dat je er last van krijgt, zonder dat je weet dat je het aan het opbouwen bent, en hoe krijg je je vaten dan weer gezond? Is het een irreversibel proces?
Cholesterol
Cholesterol komt, verpakt door de lever in kleine LDL-balletjes, achter je vaatwand terecht, vooral op plekken waar veel bloed snel moet stromen (slagaders). Heel goed mogelijk dat ook dit een reparatie-poging is van het lichaam om de achterliggende gaatjes en kleine ontstekingen van die gaatjes te helpen repareren. Ook hier wordt de oorzaak niet weggenomen, namelijk dat de wand niet meer scheurt. LDL vindt zich een weg achter de vaatwand om daar opgehoopt te blijven zitten en heel langzaam een slagader dicht te drukken. In een poging de inmiddels geoxideerde (ofwel ranzig geworden) vetten in de LDL-balletjes op te ruimen eten de witte bloedcellen die op, maar kunnen het niet kwijt. Ze verworden tot zogenaamde schuimcellen met het geoxideerde LDL die heel moeilijk op te ruimen zijn door het lichaam. Bij vrouwen gaat dit proces anders dan bij mannen.
In de veronderstelling dat al die cholesterol achter de vaatwanden wel de oorzaak van de verstopping moeten zijn wil de dokter het cholesterolgehalte (met name het LDL) omlaag brengen. Daarvoor schrijft hij statines voor. We komen er echter steeds meer achter dat de cholesterol-ophoping eerder een gevolg is dan de oorzaak van het probleem. De oorzaak is een verslechterde conditie van de vaatwand.
Klontjes
Kleine scheurtjes in de vaten worden in eerste instantie gerepareerd door het vormen van een bloedkorstje. De bloedplaatjes in het bloed zorgen ter plekke voor een kettingreactie die resulteert in een klein korstje, net als op je huid. Het scheurtje kan zo gerepareerd worden door de cellen die er achter liggen. Zo’n korstje kan losraken (dan noem je het een trombus) en een reis door je vatenstelsel maken. Komt het relatief grote klontje in één van je haarvaten terecht kan het daar blijven steken en de bloedstroom blokkeren. Dan krijgen de cellen die daar achter liggen geen zuurstof meer.
De plekken in je lichaam met heel veel haarvaten en dus met een grote kans op zo’n blokkering zijn je longen (longembolie), je hart (hartinfarct), je hersenen (herseninfarct) en je nieren (athero-embolische nierziekte). Er zijn mensen waarvan de bloedplaatjes heel gevoelig reageren en die dus sneller klontjes maken. Ze krijgen dan bloedverdunners voorgeschreven, die ervoor zorgen dat de kettingreactie die bloedklontering veroorzaakt getemperd wordt. Risico is dan wel dat je sneller last kunt hebben van bloedingen en je bij een verhoogde bloeddruk ook bloeddrukverlagers krijgt. Dit zijn beide noodzakelijke medicijnen voor mensen die tot deze risico-groep behoren, maar ze doen niets aan de oorzaak van het probleem.
De medicijnen slik je om een hart- of vaat-aandoening te voorkomen.
Triglyceriden
Bij een lipidebeeld van je bloed worden totaal cholesterol, HDL, LDL en je triglyceriden gemeten. Triglyceriden zijn in feite de ´normale vetten´. Al eerder had ik ’t over een vetzuur. Drie van die vetzuren (tri) aan een blokje (glycerol) gekoppeld maakt een triglyceride. Niet zo ingewikkeld dus. Cholesterol is ook een vet maar met een hele andere structuur. De meeste vetten in ons lichaam en in ons voedsel zijn in de vorm van zo´n triglyceride.
Als je hebt gegeten dan worden de langere vetzuren in je darm tot kleine bolletjes (chylomicronen) gevormd. Dat moet, want vet lost niet op in water en alles in het lichaam wordt vervoerd dmv water. De kortere vetzuren (zoals boterzuur in boter) kunnen wel de normale transportroute naar de lever volgen.
Deze chylomicronen zijn zo gemaakt dat ze in water vervoerd kunnen worden. Ze zijn echter te groot om door een haarvat getransporteerd te worden en daarom vervoert het lichaam ze via het lymfestelsel. Dat zijn grotere buizen. Ze komen zo via de borstbuis in het bloed en daarna in de lever terecht die ze omvormt en verpakt in nieuwe vetbolletjes, de lipoproteïnen. Oftewel vetten met een laagje fosfolipiden (heb je ze weer) eromheen waar eiwitten in zitten. Deze bolletjes zijn een stuk kleiner en kunnen daardoor wel door een haarvaatje.
In die lipoproteïnen (zie tekening) worden dus cholesterol en triglyceriden vervoerd. Het is dé manier om onze vetten op alle plaatsen in het lichaam te krijgen. Een noodzakelijk proces omdat overal in het lichaam vet nodig is. Het gehalte aan triglyceriden in zo’n bolletje is van belang omdat een te hoog gehalte ook gekoppeld is aan een verhoogde kans op hart- en vaatziekten.
Waarom dit verhaal? Omdat een teveel aan suikers in onze voeding door de lever worden omgezet tot triglyceriden. Ook alcohol en een teveel aan fructose worden door de lever omgezet in triglyceriden. En die wil je niet teveel een je bloed hebben. Ook te vaak te hoge glucosegehalten van het bloed dragen niet bij aan een goede vaatconditie. Van belang is dus dat je begrijpt dat er een link is tussen de (met name snelle) suikers die je eet en het vetgehalte in je bloed en daarmee de conditie van je vaten. Nog veel in dit proces is niet geheel duidelijk. Met het voortschrijdend wetenschappelijk onderzoek zal hier meer licht op komen.
Hopelijk is eea duidelijk geworden van wat er in je lichaam gebeurt met het eten dat je elke dag eet. Dat er een directe relatie is tussen je basisvoeding en je gezondheid.
Volgende keer schrijf ik wat je kunt doen om het te voorkomen of weer te repareren. Het zelf-genezend vermogen van ons lichaam is groot.