Bij chronische pijnen kan het zinvol zijn om naar de bacteriën in de darm te kijken, het microbioom. Steeds meer onderzoek en praktijkervaring laat zien dat de balans in het darmmicrobioom van grote invloed is op de communicatie tussen zenuwstelsel en immuunsysteem. Bij een disbalans kunnen namelijk verschillende vormen van pijn ontstaan, en niet alleen in de darm zelf. Het vreemde is namelijk dat ook pijn elders in het lichaam, bijvoorbeeld de huid of de sinusholten in het hoofd of gewrichtspijnen, een relatie kunnen hebben met een disbalans in de bacteriepopulatie van de darm.
Om de gezondheid van het darmmicrobioom te bepalen is, naast een goede anamnese, ontlastingsonderzoek (kijken naar de bacteriën in de poep) van enorme toegevoegde waarde. Een heel scala aan interventies kunnen nodig zijn om het darmmicrobioom in een goede balans te krijgen. Dit artikel bespreekt een aantal speerpunten die uit het ontlastingsonderzoek kunnen komen en die kunnen helpen bij het weer in balans brengen van de darmbacteriën. Er bestaat namelijk geen ‘polypil’ voor een gezond darmmicrobioom. Wat wel duidelijk is geworden dat hoe meer verschillende bacteriefamilies in onze darmen wonen, hoe gezonder het voor ons is.

Tabel 1 Dit zijn een aantal ziekten die pijn kunnen veroorzaken en die gerelateerd zijn aan het darmmicrobioom. Een ontlastingsonderzoek kan de zwakke plekken laten zien. Uit een Medivere ontlastingstest.
Wat je eet (zeker de verschillende soorten vezels), hoe je verteert, hoeveel stress je ervaart, hoe het met je hormonen is gesteld, hoeveel galvloeistof je aanmaakt, hoe zuur je maag is, hoeveel je beweegt en sport, het zijn allemaal factoren die bepalen wat er in de darm groeit. Vrijwel alle onderzoek bevestigt: hoe meer divers het microbioom is, hoe minder gevoelig je pijnreceptoren zijn (1).

Invloed van leefstijl op het darmmicrobioom en de invloed van het darmmicrobioom op ons leven. Uit: (4)
Bij een disbalans in het darmmicrobioom kan een lichaam op verschillende manieren met pijn reageren. Er zijn 2 reacties mogelijk: 1. Je zenuwen ervaren pijn, bijvoorbeeld door een ontsteking, en geven dat door, 2. Je pijngrens wordt verlaagd door prikkelende stoffen van het microbioom waardoor je sneller pijn ervaart. Beiden worden beïnvloed door het darmmicrobioom (2). Naast pijn in je darmen kan het darmmicrobioom ook de pijn op andere plekken veroorzaken en/of verergeren, zoals huid, gewrichten, slijmvliezen, lymfeklieren, hersenen.
De vraag rijst dan: zijn er bacteriën de pijn kunnen verlichten of pijn verergeren?
De omgeving waarin een bacterie leeft bepaalt welk metabolisme van de bacterie tot uitdrukking komt. Een bacterie bijvoorbeeld in de dunne darm tot een totaal andere expressie komen dan in de dikke darm. Zo weten we dat een lactobacillus mooie neurotransmitters zoals GABA en serotonine kan aanmaken die fijn zijn voor ons. Diezelfde lactobacillus kan in een andere omgeving alcohol maken, waar zelfs een vervette lever uit kan voortkomen (3).
Studies hebben laten zien dat bepaalde bacteriën, zoals Lactobacillus, Bifidobacterium en Akkermansia, de pijngevoeligheid kunnen verminderen. Mensen die deze bacteriën in probiotica toegediend krijgen ervaren minder last van chronische pijnen zoals bij PDS (Prikkelbare Darm Syndroom). Bacteriegroepen zoals Pseudomonas, Klebsiella, Enterobacter, E. coli en Citrobacter kunnen juist gekoppeld worden aan pijnbeleving.
Bij tal van klachten zoals chronische vermoeidheid, gewrichtsklachten, depressiviteit, terugkerende verkoudheden, PDS, kan een slechte darmconditie een belangrijke rol spelen (zie tabel 1). Een aanwijzing dat het darmmicrobioom ermee te maken heeft kan zijn dat klachten verergeren na het eten. Maar soms is er geen aanwijzing en is het mijn ervaring die maakt dat ik adviseer om een ontlastingsonderzoek in te zetten.
Een ontlastingsonderzoek bestaat grofweg uit drie componenten:
1. De bacteriepopulatie van de darm.
2. De producten die de darm zelf maakt (darmslijmvliesproducten en ontstekingsstoffen).
3. Verteringsresiduen en -markers.
Eerst moet benadrukt worden dat met een ontlastingsonderzoek geen diagnose kan worden gesteld. Je krijgt alleen zicht op een aantal factoren die wel of niet goed gaan in je darmen en waar je invloed op kunt uitoefenen.
Zoals eerder gezegd is diversiteit van het darmmicrobioom heel erg belangrijk. Er moeten vele verschillende soorten bacteriën in je darmen groeien. Je hebt dan een mooie buffer die je door vervelende gebeurtenissen in je leven kan helpen. Het divers maken van je darmmicrobioom is eigenlijk heel simpel: eet veel verschillende vezels, dus veel verschillend soorten groenten en fruit. In onze huidige maatschappij is dit wel een uitdaging. Veel groenten zijn het hele jaar door verkrijgbaar. De seizoensgroenten komen daardoor in de vergetelheid terwijl die heel erg belangrijk zijn om te zorgen voor meer verschillende bacteriën!
Ook onze super-hygiënische, vaak stadse, omgeving zorgt voor minder darmbacteriën. Mensen met honden, katten, vogels, paarden, koeien, kippen, varkens, maar ook mensen die in de natuur wonen hebben alleen daardoor al een meer gevarieerd microbioom.
Zorgen voor meer variatie aan darmbacteriën kost tijd. Dit ligt niet aan de bacteriën maar aan onszelf. We moeten onze leestijl aanpassen, leren koken met meer groenten en dat elke dag en het hele jaar door. Denk daarbij aan een jaar voordat je daarin werkelijk goed ingeburgerd bent. Het helpt enorm als je koken leuk vindt, dan is het uitzoeken van nieuwe recepten en die uitproberen daarvan een leuke reis.
Hoe goed we verteren kan verklaren waar verschillende ziekmakende bacteriën op groeien. Dit kan een oorzaak zijn voor het aanwezig zijn van deze bacteriën. Verbeteren van de vertering is dan noodzakelijk om te zorgen dat deze bacteriën in aantal afnemen.

Een gezonde slijmlaag is heel belangrijk. Die zorgt voor het stimuleren van de goede bacteriën en daar zijn antibacteriële stoffen van nature in aanwezig die de slechte bacteriën uit de darm houden. Ook deze bacteriën houden van verschillende soorten vezels. Denk daarbij naast groenten aan volkoren granen (en dat is meer dan alleen volkoren tarwe), peulvruchten en ook aan iets als resistent zetmeel (dit zijn koud geworden zetmeelrijke producten zoals aardappelen, rijst en macaroni). Ik zie lekkere salades voor tussen de middag!
Waar ook naar gekeken wordt in je darmen is de aanwezigheid van lactobacillus en bifidobacterium. Deze willen we zo divers mogelijk aanwezig hebben. Deze bacteriën zijn ook de bacteriën die ons voedsel fermenteren. Ze doen dat erg enthousiast en zo goed, dat ze een omgeving kunnen creëren waarin het zeer onaangenaam wordt voor andere bacteriën. Zo ook in de darm. Ze helpen bijvoorbeeld mee met het wat zuurder maken van de omgeving zodat het voor de meeste pathogenen een vrij onaantrekkelijke omgeving wordt. We krijgen ze normaal gesproken binnen met de gefermenteerde voeding, maar dan moet je die wel eten, en ook gevarieerd. Dus niet telkens dezelfde yoghurt of zuurkool, maar verschillende merken. Andere producten waar ze in zitten zijn kombucha, kefir, zuurkoolsap, en alle andere gefermenteerde groenten zoals kimchi, die ook gemakkelijk zelf te maken zijn. Hier zijn vele YouTube filmpjes erg behulpzaam bij.
Je kunt je darmmicrobioom meer divers en dus sterker maken door je levensstijl: het eten van gevarieerde plantenvezels, niet al te hygiënisch leven zoals dieren in je leefomgeving uitnodigen, met je handen in de aarde werken. Rustig en met aandacht eten zorgt ervoor dat verteringssappen goed op gang komen en dat de eiwitten, vetten en koolhydraten goed door jou worden verteert en opgenomen, zoals het hoort. Ook gezond bewegen, een gezonde balans tussen stress en ontspanning, voldoende slaap en jezelf gelukkig voelen werken door in je darmen en dus in het microbioom.


Bronvermelding:
1 Lu G, Zhang S, Wang R, Zhang Z, Wang W, Wen Q, Zhang F, Li P. Global Trends in Research of Pain-Gut-Microbiota Relationship and How Nutrition Can Modulate This Link. Nutrients. 2023 Aug 24;15(17):3704.
2 Guo, R., Chen, L. H., Xing, C., & Liu, T. (2019). Pain regulation by gut microbiota: molecular mechanisms and therapeutic potential. In British Journal of Anaesthesia (Vol. 123, Issue 5, pp. 637–654). Elsevier Ltd. https://doi.org/10.1016/j.bja.2019.07.026
3 Meijnikman, A.S., Davids, M., Herrema, H. et al. Microbiome-derived ethanol in nonalcoholic fatty liver disease. Nat Med 28, 2100–2106 (2022).
4 Cryan, J. F., O’Riordan, K. J., Cowan, C. S. M., Sandhu, K. v., Bastiaanssen, T. F. S., Boehme, M., Codagnone, M. G., Cussotto, S., Fulling, C., Golubeva, A. v., Guzzetta, K. E., Jaggar, M., Long-Smith, C. M., Lyte, J. M., Martin, J. A., Molinero-Perez, A., Moloney, G., Morelli, E., Morillas, E., … Dinan, T. G. (2019). The Microbiota-Gut-Brain Axis. Physiological Reviews, 99(4), 1877–2013. https://doi.org/10.1152/physrev.00018.2018